Zorgen om explosie aan dakloze jongeren: het zijn geen ‘bankslapers’ die je makkelijk herkent

Het Leger des Heils slaat alarm over het toenemend aantal dakloze jongeren tussen de 18 en 22 jaar. ‘Ik dacht: ik ben 18, volwassen, ik kan het wel alleen’, aldus Lian, die het slachtoffer werd van een loverboy. ‘Maar dat kon ik natuurlijk helemaal niet.’

Peter de Graaf 28 december 2022, 00:00

Lian is nog maar 21 lentes jong, maar heeft al een lang en heftig jeugdzorgverleden achter de rug. Op haar 14de scheidden haar ouders. Ze woonde eerst bij haar vader. Dat liep fout, waarna ze op haar 15de uit huis werd geplaatst en in een pleeggezin belandde. Daarna ging ze bij haar moeder wonen, maar die was hevig aan de alcohol. Ze vertrok uit huis en ging bij een vriend wonen. Maar omdat ze nog geen 18 was, werd ze na een melding bij jeugdzorg in een zorgboerderij geplaatst. ‘Daar moest ik elke dag erwtensoep eten – snertensoep noemde ik het. Het was een nachtmerrie’, vertelt ze in de maatschappelijke jongerenopvang van het Leger des Heils in Venlo.

Ze ging letterlijk van instelling naar instelling. Toen werd ze 18 en mocht ze als meerderjarige over haar eigen leven beslissen.

‘Ik dacht: ik ben 18, volwassen, ik kan het wel alleen’, aldus Lian. ‘Maar dat kon ik natuurlijk helemaal niet. Eigenlijk best gek dat de regelgeving zo in elkaar zit. Zeker kwetsbare jongeren kunnen niet zomaar vanaf hun 18de op eigen benen staan. Als je niet meer naar school gaat, komen ze niet meer kijken. Dat moet eigenlijk niet goed gevonden worden.’

Loverboy

Ze stond er alleen voor, kreeg geen begeleiding of financiële steun meer en viel ten prooi aan een loverboy. Die gaf haar onderdak, maar eiste seksuele tegenprestaties. Tot vijf maanden geleden was ze ‘een escort, of hoe noem je dat’, zoals ze het zelf voorzichtig omschrijft. Daarna vond ze zelf de kracht om uit dat ‘totaal foute milieu’ te stappen en vroeg ze hulp bij het Leger des Heils.

Eind november sloeg het Leger des Heils – ooit in Engeland opgericht als evangelisch kerkgenootschap, nu vooral bekend als brede zorgorganisatie met in Nederland meer dan zevenduizend medewerkers en 11 duizend vrijwilligers – alarm over het groeiend aantal dakloze jongeren. De organisatie constateert op basis van eigen onderzoek dat het aantal dakloze personen in een jaar tijd met bijna 25 procent is toegenomen. Onder jongeren tussen 18 en 22 jaar is er zelfs sprake van een stijging met 50 procent.

Het probleem is volgens het Leger des Heils waarschijnlijk nog groter, omdat veel jongeren simpelweg niet in beeld zijn bij de hulporganisaties. Bestuursvoorzitter Harm Slomp sprak van ‘een schrikbarende constatering, zeker als je beseft dat we er alles aan proberen te doen om dakloze mensen, en met name jongeren, een eigen plek te geven’.

Bovendien dateren de opvangcijfers al van augustus (vergeleken met een jaar daarvoor). Het Leger vreest dat de situatie er de afgelopen maanden niet rooskleuriger op is geworden.

Bankslapers

Het CBS becijferde vorig jaar dat Nederland ongeveer 32 duizend daklozen telt (tegen 36 duizend in 2020). Maar volgens het Leger des Heils vallen niet alle daklozen, zoals ‘bankslapers’, daklozen ouder dan 65 en zogenoemde ‘zorgmijders’, binnen de statistieken. Begin december kwam het kabinet met een plan van aanpak om, in lijn met Europese ambities, de dakloosheid voor 2030 uit te bannen.

‘Dakloze jongeren zie je niet zo vaak over straat zwerven of aankloppen voor een warme maaltijd bij onze soepbussen die we in de steden hebben rondrijden’, zegt Annemie Heuvelmans, regiomanager voor Noord- en Midden-Limburg, in de Venlose opvanglocatie. ‘Ze slapen op de bank bij andere mensen. Of vinden onderdak bij een loverboy. Hun leeftijd maakt jongeren extra kwetsbaar. Dat geldt ook voor jongens, die soms bij oudere mannen mogen inwonen, maar daar moet dan wel een wederdienst tegenover staan.’

In de Maatschappelijke opvang voor jongeren (MO-J) in Venlo, een non-descript gebouw in een woonstraat net buiten het centrum, wonen negen meisjes en jongens. Ze zijn formeel volwassen, maar zijn dat door hun ervaringen eigenlijk helemaal nog niet. De meesten hebben een verleden in de jeugdzorg. Twee jongens zijn vluchtelingen uit het Midden-Oosten, die naast een getroebleerde gezinssituatie in Nederland ook nog eens kampen met traumatische oorlogservaringen.

‘De decentralisatie van de jeugdzorg, die gepaard ging met flinke bezuinigingen en prijsconcurrentie, heeft er enorm ingehakt’, aldus Heuvelmans. ‘Het hele systeem piept en kraakt en steunt en kreunt. De jeugdzorg heeft een enorme smak gekregen en daar zien wij nu de gevolgen van. Die kwetsbare jongeren komen allemaal als 18-plusser via de achterdeur de daklozenopvang binnen.’

Het is volgens haar ‘de knip tussen jeugdzorg en hulp aan volwassenen waardoor jongeren te vroeg op eigen benen moeten staan’. Dolende adolescenten krijgen ook te maken met de verlokkingen en gevaren van alcohol, drugs en criminaliteit. Gebrek aan betaalbare woonruimte en de financiële situatie – door hoge inflatie wordt alles duurder – spelen eveneens een rol bij de toenemende dakloosheid.

Trajectwoning

‘Als je uit een problematische thuissituatie komt, heb je niemand om op terug te vallen’, verklaart locatiemanager Mayke van der Leeuw. ‘Toen ik 19 was en krap bij kas zat, kon ik geld of advies aan mijn vader vragen. Dat kunnen deze jongeren niet. Wie moeten zij bellen?’

In de huiskamer van de MO-J in Venlo branden de gekleurde lichtjes van de kerstboom. In de keuken wordt gezamenlijk gegeten. Boven zijn de slaapkamers, verdeeld over twee gangen. In een kamer naast de ingang is het kantoor van de begeleiders. Elke jongere heeft een jongerencoach, die hen begeleidt en adviseert.

‘Eigenlijk vallen ze tussen wal en schip’, verzucht jongerencoach Nadieh Claessens. ‘Sommigen hebben een licht verstandelijke beperking of adhd, maar zijn te goed voor echte hulpverlening. Ze hebben een stoere babbel, maar beseffen eigenlijk niet wat ze zeggen. Ze kunnen ook niet plannen. Dan zie je gewoon dat ze zich stilletjes terugtrekken.’

Het is de bedoeling dat de jongeren uit de 24-uursopvang doorstromen naar een zogenoemde ‘trajectwoning’ met begeleiding en daarna naar een eigen woning met ambulante begeleiding. ‘Maar de hele keten zit vol en er is ook nog een wachtlijst’, zegt regiomanager Heuvelmans. In totaal vangt het Leger des Heils in deze regio 27 jongeren op.

‘Rust om te rijpen’

Sommige jongeren vertoeven al bijna twee jaar in de MO-J. Anderen, zoals Lian, nog maar enkele maanden. De tijd mag volgens locatiemanager Van der Leeuw geen rol spelen. ‘We willen ze hier veiligheid bieden en de rust om door te rijpen’, legt ze uit. ‘Daarna kunnen ze uitvliegen, zonder terug te komen. Deze jongeren zijn in een cruciale fase van hun leven. Het is erop of eronder. Als we nu niet investeren in hun ontwikkeling en toekomstperspectief, dan zien we ze straks allemaal terug in de Domus, onze beschermde woonvoorziening voor oudere daklozen met psychische en verslavingsproblemen.’

Ook Lian wil door therapie en coaching sterker worden, vertrouwen opbouwen en het zwarte verleden achter zich laten. ‘Hoe jonger je daarmee begint, des te beter’, zegt ze. De jonge twintiger getuigt van een flinke dosis zelfinzicht en zelfreflectie. ‘Ik heb structuur en veiligheid gemist in het leven’, concludeert ze. Haar droom? ‘Een eigen huisje en weer naar school gaan. Ik wil graag de zorg in, om andere jongeren te helpen en te voorkomen dat ze hetzelfde meemaken als wat ik heb meegemaakt.’

Vooral dakloze arbeidsmigranten bij soepbus

Elke dinsdag- en donderdagmiddag parkeert het Leger des Heils zijn ‘soepbus’ voor de Jongerenkerk in hartje Venlo. Nog voor de bestelbus is gearriveerd, drommen dakloze arbeidsmigranten al samen tegenover de voormalige Minderbroederskerk uit 1617. Het gaat vooral om Polen, maar ook om inwoners uit

lees verder>>> https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/zorgen-om-explosie-aan-dakloze-jongeren-het-zijn-geen-bankslapers-die-je-makkelijk-herkent~b95aa06cf/

 

Waarom steeds meer jongeren op straat belanden?

Maandag 5 december 2022 | Het laatste nieuws het eerst op NU.nl Door Liselotte Idema 05 dec 2022 om 12:07 Update: 4 uur geleden 545 reacties Steeds meer jongeren leven in Nederland op straat, blijkt uit recent gepubliceerde cijfers van het Leger des Heils. In een jaar tijd kwamen er zo’n 108 daklozen van 18 tot 22 jaar bij. Dat is een verdubbeling ten opzichte van het jaar daarvoor. Hoe kan dat? Het aantal daklozen dat in beeld is bij het Leger des Heils steeg in een jaar tijd met 23 procent naar 4.876. De verdubbeling van het aantal jongeren op straat steekt daar een flink eind bovenuit. Volgens Menno de Boer, woordvoerder van het Leger des Heils, is er voor iedereen die op straat terechtkomt een aanleiding te vinden. “Een scheiding, verlies van werk, het wegvallen van familieleden of andere relaties of een verslaving. Dat geldt ook voor jongeren.” Toch is die groep extra kwetsbaar. De Boer legt aan de hand van vijf redenen uit waarom. 1. Jongeren uit complexe gezinssituaties hebben geen vangnet “Jongeren die bij maatschappelijke opvang aankloppen, komen vaak uit complexe gezinssituaties. Ze realiseren zich meestal niet wat er allemaal bij komt kijken als ze op hun achttiende uit huis gaan. Eigenlijk hebben ze steun nodig, maar omdat ze nauwelijks een vangnet hebben, zijn ze op zichzelf aangewezen en komen ze snel in de (financiële) problemen.” 2. Jongeren belanden op straat doordat er geen woningen beschikbaar zijn “Het grootste probleem is het gebrek aan woonruimte. Jongeren die in de knel komen en bij ons aankloppen, moeten vaak een jaar wachten op een woning. Tot die tijd zitten ze ook tussen daklozen met verslavingen en psychische problemen. Ze zijn aan het overleven, zoeken dagelijks naar een slaapplek en eten. Ze hebben goedkope woonruimte nodig als ze (noodgedwongen) zelfstandig moeten wonen, en dat soort woningen komt maar mondjesmaat beschikbaar.” 3. De overgang van jeugdzorg naar volwassenenhulp sluit niet aan “Als jongeren achttien worden, vallen ze buiten jeugdzorg. In één klap staan ze er alleen voor en moeten ze het zelf doen. Ze worden geconfronteerd met regels van de samenleving die ze niet begrijpen: belasting, rioolheffing en hoge energierekeningen. Hun inkomen is meestal laag en soms volgen ze nog een studie. Door een gebrek aan begeleiding komen ze snel in de financiële problemen en vallen ze in een gat.” 4. De kostencrisis speelt mogelijk een rol lees verder >>> https://www.nu.nl/nu-uitgelegd/6239866/waarom-steeds-meer-jongeren-op-straat-belanden.html

Kabinet trekt 40 miljoen euro extra uit voor problemen in jeugdzorg

Jeugdzorg Door een te hoge werkdruk krijgen kinderen niet de hulp die zij nodig hebben, schrijven ministers Van Ooijen en Weerwind woensdag. Jeugdzorg reageert woensdag teleurgesteld en schrijft dat het bedrag „in het niet valt bij de enorme opgaven die er liggen”.

14 september 2022 om 21:13

Leestijd 1 minuut

Verschillende instanties hebben de afgelopen jaren aan de bel getrokken over de penibele situatie in de jeugdzorg. Foto Robin Utrecht/ANP

Het kabinet trekt de komende vier jaar in totaal 40 miljoen euro extra uit voor instellingen die jeugdzorg leveren. Dat schrijven minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) en staatssecretaris Van Ooijen (Jeugd en Preventie, ChristenUnie) woensdag in een brief aan de Tweede Kamer. Voorwaarde is wel dat gemeenten eenzelfde bedrag vrijmaken. De in totaal 80 miljoen euro is onder meer bedoeld voor het aantrekken van nieuwe jeugdbeschermers en het verlagen van de werkdruk van bestaande werknemers.

Verschillende instanties hebben de afgelopen jaren aan de bel getrokken over de penibele situatie in de jeugdzorg. De overheid slaagt er niet in om kwetsbare kinderen te beschermen, concludeerden de Inspecties Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Inspectie Justitie en Veiligheid (IJenV) onlangs nog in een brief aan de ministers. De Universiteit van Leiden trok een soortgelijke conclusie, en ook de rechtspraak en de Raad voor de Kinderbescherming hebben eerder hun zorgen geuit.

Door de hoge werkdruk in de jeugdzorg krijgen kinderen en hun ouders niet de hulp die zij nodig hebben, erkennen Van Ooijen en Weerwind woensdag. „Zij moeten vaak te lang wachten op een jeugdbeschermer, op een plan van aanpak voor hulp en op passende hulp”. Die vertraging kan een risico zijn voor hun ontwikkeling of veiligheid, zo staat in de Kamerbrief. Intussen hebben jeugdbeschermers het gevoel dat ze „tekortschieten” omdat ze „niet voldoende tijd en aandacht kunnen geven aan de jeugdigen en gezinnen”.

Lees ook: ‘De jeugdzorg is stuk’, zegt Van Ooijen. Wat is zijn plan?

Echtscheidingen

Om de werkdruk te verlagen is het volgens de ministers van belang om „kritisch te kijken” naar de instroom in de jeugdbescherming. Zo behandelen jeugdwerkers sinds enkele jaren „aanzienlijk” meer kinderen van wie de ouders in echtscheiding liggen. Voor deze kinderen is een uithuisplaatsing volgens de bewindslieden „niet passend” en moet er elders hulp worden gezocht.

lees verder>>> https://www.nrc.nl/nieuws/2022/09/14/kabinet-trekt-40-miljoen-euro-extra-uit-voor-problemen-in-jeugdzorg-a4141935

Dakloosheid in Europa blijft stijgen: ‘Het is een crisis’

Europese Unie Het aantal mensen dat op straat leeft in de EU blijft stijgen, onder meer door het tekort aan betaalbare woningen. Organisaties vrezen voor de invloed van de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne.

4 augustus 2022

Leestijd 5 minuten

Dakloosheid in Europa is een groeiend probleem. Een crisis. Sterker nog: „een structureel defect.” De Franse jurist Sarah Coupechoux klinkt resoluut. Ze werkt voor de Franse Fondation Abbé Pierre, die samen met het EU-brede samenwerkingsverband FEANTSA onderzoek doet naar dakloosheid in de EU. Eind juni kwam hun jaarlijkse rapport uit. Het beeld dat hierin geschetst wordt, is niet rooskleurig. Het aantal daklozen is in de EU sinds het begin van de eeuw fors toegenomen en gevreesd wordt dat de komende jaren nog meer mensen dakloos zullen raken, als gevolg van de oververhitte woningmarkten, de oorlog in Oekraïne en een door de coronapandemie opgebouwd stuwmeer aan uitzettingsprocedures.

Harde, actuele cijfers over het precieze aantal daklozen in Europa zijn niet te vinden. Definities lopen uit elkaar, er is geen eenduidige onderzoeksmethode én niet alle lidstaten doen mee aan tellingen. Het meest recente cijfer – dat ook door de Europese instanties wordt aangehouden – betreft een inschatting van Abbé Pierre en FEANTSA uit 2019. Toen hadden op een gemiddelde avond 700.000 mensen in de EU geen vaste slaapplaats. Zij waren daarom overgeleverd aan een noodopvang of de straat: een toename van 70 procent ten opzichte van tien jaar eerder. Alles wijst erop dat de aantallen daklozen sindsdien verder zijn gestegen, onder meer door de sterk gestegen huizenprijzen.

Focus op de korte termijn

Coupechoux benadrukt dat EU-lidstaten zelf verantwoordelijk zijn voor hun woningmarkt en dat de grootte en oorzaken van het probleem per land verschillen. „Maar in z’n algemeenheid zien we een desinvestering vanuit de staat. Sinds een jaar

 

lees verder >>>https://www.nrc.nl/nieuws/2022/08/04/dakloosheid-in-europa-een-slecht-gedocumenteerde-crisis-2-a4138149

De jeugdzorg komt in het rijtje ‘grote hervormingen’ van Rutte-II die bij nader inzien niet houdbaar bleken

 

De hulp aan de jeugd werd door de decentralisatie inderdaad laagdrempeliger, maar toen slibde het hele systeem dicht.

Raoul du Pré 15 mei 2022, 19:39

Wie zich afvraagt wat er mis is met de jeugdzorg in Nederland, heeft aan één blik op de cijfers genoeg. In 1997 deed 1 op de 27 kinderen een beroep op professionele hulp, nu is dat 1 op de 7. Dat is 13 procent van alle jongeren, zo heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek geturfd. De uitgaven stegen van 3,6 miljard euro in 2015 naar 5,6 miljard nu.

Tenzij de diagnose is dat in 1997 een hele generatie opgroeide onder totale verwaarlozing – en die diagnose stelt niemand – kan de conclusie alleen zijn dat er iets mis is gegaan met het stelsel.

Een optimist zou kunnen volhouden dat de decentralisatie van de jeugdzorg door het tweede kabinet-Rutte een groot succes is. Het idee was dat gemeenten jeugd met problemen veel beter zouden weten te vinden. Dat is inderdaad gelukt.

Helaas is dat wel deels het gevolg van het enorm gegroeide circuit van (semi-)professionele jeugdhulpverleners die bij gemeenten een makkelijke ingang hebben gevonden. Het gaat vaak om lichte jeugdzorg waarvan het effect in veel gevallen niet valt aan te tonen, maar die het stelsel wel zo doet dichtslibben dat er voor de écht complexe en spoedeisende gevallen enorme wachtlijsten zijn ontstaan.

Daarnaast is de bureaucratie ontembaar toegenomen, als gevolg van de halfslachtige decentralisering van 2015. De gemeenten kregen wel de taken, maar het plan om ze te dwingen tot intensieve samenwerking in vijf landsdelen, kwam al snel te vervallen. De jeugdzorginstellingen behoren tot de gedupeerden, omdat zij nu apart zaken moeten doen met al die gemeenten, die allemaal eigen soorten rekeningen, betalingscodes en verantwoordingsmethoden hanteren. Al in 2016 bleken de administratieve kosten met ruim 10 procent toegenomen. Het aantal boekhouders groeide explosief, ten koste van het aantal hulpverleners.

lees verder >>>

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/de-jeugdzorg-komt-in-het-rijtje-grote-hervormingen-van-rutte-ii-die-bij-nader-inzien-niet-houdbaar-bleken~bf907529/

Kinderen van de rekening: het drama van de jeugdzorg

Alle kinderen moeten veilig opgroeien. Gemeenten pretenderen dit te regelen. In de praktijk betalen ze allerlei gekkigheid en zijn echte probleemkinderen de dupe.

Jaarlijks geven de gemeenten zo’n 5,5 miljard euro uit aan jeugdzorg. Er zijn 45.000 hulpverleners actief. De resultaten van die enorme inspanning zijn twijfelachtig. Althans, er wordt geklaagd, want vooral de moeilijke gevallen worden als een hete aardappel van de ene instantie naar de andere zorgaanbieder doorgeschoven.

Het record: dertig hulpverleners, zeven case managers voor één gezin

‘Het record,’ zegt CDA-Kamerlid René Peters (45), ‘is dertig hulpverleners en zeven case managers voor één gezin. Voor die kinderen is dat de hel.’

Gemeenten zeggen dat ze bezwijken onder de kosten. Een meisje met anorexia kost al snel een ton per jaar. Een onhandelbare puber die in een tehuis moet worden geplaatst, kost minstens 375 euro per dag. Dat komt neer op bijna anderhalve ton per jaar. Sommige therapieën kosten meer dan het dubbele. Niemand weet of het helpt. Maar gaat het onverhoopt mis, dan hadden zoveel instanties en professionals een rol, dat er géén zondebok valt aan te wijzen.

Gemeenten schrikken van de kosten van de ‘zware gevallen’ en willen daarom preventief kinderen helpen. Als je er snel bij bent, loopt het niet uit de hand en vallen de kosten mee. De gemeenteambtenaren houden de jeugdzorg daarom ‘laagdrempelig’. Ouders en pubers moeten liefst zelf kunnen kiezen wat ze nodig denken te hebben.

In de regio Amsterdam kunnen ze de website ikzoekjeugdhulp.nl gebruiken. Met een paar muisklikken belanden ze in een soort catalogus van 239 zorgaanbieders, die allemaal beweren het beste voor te hebben met peuters, kinderen, pubers en jongvolwassenen.

De een is gespecialiseerd in ‘trotsontwikkeling’, een ander legt zich toe op jongeren met een Afrikaanse achtergrond, een derde bekommert zich vooral om kinderen van wie de ouders in scheiding liggen, een vierde biedt een tiendaagse training aan met de ‘psychosociale hulphond’, een volgende haalt je ‘samen uit de knel’ en bij weer een ander zit je ‘straks weer lekker in je vel’.

Allerlei specialisten, ‘integratieve aanpak’ en ‘mental heroes

Nadat er dit voorjaar berichten verschenen over zorgaanbieders die ruim 40.000 euro omzet per hulpbehoevend kind draaiden door ze paarden te laten knuffelen, verdwenen de paardenfluisteraars op miraculeuze wijze uit de catalogus. Wel zijn er nog genoeg specialisten voor hoogbegaafde kinderen, ongewen­ste zwangerschappen, logeerpret, dysfatische ontwikkeling (het kind begrijpt veel meer dan het zelf onder woorden kan brengen) en mindset-training.

Meer over dit onderwerp: Wat is jeugdzorg nu eigenlijk en hoe ‘werkt’ het?

Sommige kantoortjes zwelgen in ‘integratieve aanpak’ en ‘mental heroes’. Anderen beperken zich tot hun Arabische naam zonder enige toelichting. Er zijn er ook die opgetogen melden: ‘Bij ons geen stoffige psychologen!’

Zo’n catalogus wekt argwaan. Commerciële partijen prijzen hun expertise aan als waspoeder in een STER-spotje. Geen probleemgezin kan uit de voeten met dit ruime aanbod en dat lijkt ook de bedoeling. Argeloos vallen ze ten prooi aan de ‘sociale cowboys’ van het winstbejag. Het is een wildwestmarkt.

Geen misverstand. In de jeugdzorg werken tienduizenden hulpverleners keihard om kinderen uit de sores te halen. Volgens ingewijden komen veel kinderen er dankzij professionele hulp weer bovenop. Gelukkig!

In sommige steden één op de zeven jongeren bij jeugdzorg

Maar het stelsel deugt niet. Het is zo excessief dat het een karikatuur van zichzelf wordt. In sommige steden loopt één op de zeven jongeren bij de jeugdzorg. Tien jaar terug was dat één op de twintig. Tegelijkertijd, zegt jeugdzorgdeskundige Adri van Montfoort (65), duurt het door personeelstekorten gemiddeld acht maanden voordat een gezinsvoogd wordt benoemd voor een kind in een noodsituatie. ‘Soms wordt zeven keer een tijdelijke voogd benoemd.’

Hoe heeft het zover kunnen komen?

Hoe heeft het zover kunnen komen? Misschien leidt de traditie van charitas en kerkelijke hulp aan kinderen in barre omstandigheden nog altijd tot een blijvende versnippering van hulpinstanties. Goede intenties zijn vaak doorslaggevender dan puike resultaten. Eind negentiende eeuw waren er al pleidooien van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen om de hulp aan kinderen en probleemgezinnen beter af te stemmen en per huishouden slechts één hulpverlener aan te wijzen, anders wisten die arme drommels niet waar ze aan toe waren.

In 2001 werd aan het Veluwemeer bij Strand Nulde de romp gevonden van een vermoorde peuter. Het hoofdje van het meisje werd later aangetroffen in de Nieuwe Waterweg. Het hele land keek geschokt naar de compositiebeeltenis die de politie had gemaakt van ‘het meisje van Nulde’. Maanden later werd het kind geïdentificeerd als de 4-jarige Rowena Rikkers. De vriend van haar moeder bekende dat hij het meisje had mishandeld en doodgeschopt.

Lees verder onder de foto

De politie toont een beeltenis van het ‘meisje van Nulde’. Foto: ANP.
Jongeren maken soms van meer dan één type jeugdzorg gebruik. De optelsom is daarom iets hoger dan het aantal jongeren in de jeugdzorg als geheel.

Hij en de moeder werden veroordeeld, maar voor de publieke opinie was dit niet genoeg. Waarom hadden hulpverleners dit afschuwelijke onheil niet kunnen voorkomen?

Voorheen was de zorg voor kwetsbare en verwaarloosde kinderen een taak van de rijksoverheid die het beleid vooral liet uitvoeren door de regionale Raden van Kinderbescherming. Maar die kregen vanaf de jaren zeventig steeds meer kritiek: te afstandelijk, te regentesk, te weinig oog voor de jongeren zelf. Yvonne Keuls beschreef later in Jan Rap en z’n maat hoe probleemkinderen op de alternatieve manier moesten worden getroost. Je moest ze als ‘zwerfkatten’ aanhalen, knuffelen, desnoods bij ze in bed gaan liggen.

Jeugdzorg werd aangelegenheid van de provincies

Met de Wet op de Jeugdhulpverlening (1989) en de Wet op de Jeugdzorg (2005) werd de hulp een aangelegenheid van de provincies. Zij lieten de regionale Bureaus Jeugdzorg bepalen welke bijstand de kinderen kregen. Met een indicatiestelling konden kinderen dan terecht bij een ideële of commerciële hulpverlenende instantie. De Bureaus Jeugdzorg wa

lees verder>>>https://www.ewmagazine.nl/nederland/achtergrond/2021/06/kinderen-van-de-rekening-238304w/

Amsterdam laat door geldgebrek wachtlijsten jeugdzorg oplopen

Jeugdhulp Veel gemeenten kampen met financiële tekorten bij de jeugdzorg. Amsterdam neemt nu forse bezuinigingsmaatregelen.

1 november 2019

Leestijd 2 minuten

Wethouder Simone Kukenheim (Jeugdzorg, D66): „Niemand vindt het leuk om kwetsbare kinderen te helpen met een tekort aan budget. Maar het geld moet ergens vandaan komen.” Foto Jerry Lampen/ANP

Amsterdam gaat forse maatregelen nemen om de financiële tekorten op het gebied van jeugdzorg aan te pakken. Om de kostenstijging de komende jaren te beheersen, wil de gemeente onder meer cliëntenstops invoeren en accepteren dat wachtlijsten oplopen. Dat blijkt uit een raadsbrief die vrijdagmiddag is verstuurd.

De kosten voor jeugdzorg – de verzamelnaam voor jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering – zijn in Amsterdam net als in veel andere Nederlandse gemeenten in 2019 opnieuw hoger dan begroot. Vorig jaar kwam de gemeente bijna 40 miljoen euro tekort, nu wordt rekening gehouden met een „overbesteding” van 21 miljoen euro.

Met name door het aantal doorverwijzingen naar zware vormen van zorg te verminderen, wil de gemeente op korte termijn geld besparen. Er komt een „gedeeltelijke cliëntenstop” voor specialistische zorg. „Dit betekent in dat we samen met aanbieders gaan kijken welke cliënten al dan niet tijdelijk middels lichtere vormen van zorg geholpen worden of pas op een later moment specialistische jeugdhulp ontvangen”, schrijft wethouder Simone Kukenheim (Zorg, D66). Crisisplaatsingen of verwijzingen op grond van een rechterlijke uitspraak zijn hiervan uitgesloten.

Aantal jongeren in jeugdzorg stijgt

De verwachting is dat de wachttijden zullen oplopen. „Niemand vindt het leuk om kwetsbare kinderen te helpen met een tekort aan budget”, licht de wethouder toe. „Maar het geld moet ergens vandaan komen. Daarom gaan we gezamenlijk kijken: kunnen we het stelsel simpeler maken? Waar komen investeringen het beste tot hun recht?” De gemeente kondigt per 2021 een nieuw stelsel aan. In het huidige, ingevoerd in 2018, wordt de zorg ‘resultaatgericht’ ingekocht door de gemeente. In plaats van per gewerkt uur, krijgen instellingen betaald voor een hulpplan met een meetbaar doel. Hoewel met deze aanpak meer jongeren bereikt werden en de wachttijd terugliep, is dit systeem volgens de wethouder „financieel niet houdbaar”.

Lees ook: Hoe controledrift het werken in de jeugdzorg bijna onmogelijk maakt

Dat de kosten voor jeugdzorg ondanks eerdere maatregelen blijven stijgen, heeft onder meer te maken met de toenemende vraag. Deze week maakte het Centraal

lees verder >>> https://www.nrc.nl/nieuws/2019/11/01/amsterdam-laat-door-geldgebrek-wachtlijsten-jeugdzorg-oplopen-a3978874

2019 09 10 Pascale Cult Kwintes

Almeerse activeringslocaties Kwintes vieren 10 jarig bestaan

Door Tessa Beijnon

ALMERE STAD – Alle medewerkers en cliënten van de Almeerse afdeling van Kwintes vieren op 12 september dat de activeringslocaties in Almere al 10 jaar klaar staan voor mensen die begeleiding of ondersteuning nodig hebben bij het invullen van de dag of bij het opdoen van werkervaring en vakkennis. Pascale Cult, projectleider bij Kwintes, vindt dat de activeringslocaties daarom wat positieve aandacht verdienen. ‘Het belangrijkste doel van de activeringslocaties is het creëeren van een passende daginvulling en weekstructuur voor onze cliënten. Sommige mensen zijn psychisch kwetsbaar, eenzaam of hebben gewoon behoefte aan een praatje. De activiteiten en of werkervaring die onder begeleiding geboden worden bij de activeringslocaties, het opdoen van sociale contacten en de positieve gevolgen daarvan zorgen ervoor dat deze mensen langzamerhand weer mee doen in de maatschappij.’, aldus Cult.

 

Pascale Cult bij het LeerWerkLab in Almere Stad (foto: Almere DEZE WEEK)

LeerWerkLab
Een van de activeringslocaties bevindt zich midden in het centrum van Almere. Het wordt het LeerWerkLab genoemd. Pascale Cult wijst naar alle positieve spreuken op de muur en op de ramen: gezellig met elkaar, enjoy the little things, have a good day. ‘Zoals je ziet is iedereen welkom bij Kwintes. Maakt niet uit of je nou jong of oud bent, iedereen mag bij ons LeerWerkLab binnenlopen voor een gratis kopje koffie, een warme maaltijd of simpelweg een praatje. Daarnaast bieden we activiteiten en werkervaringsplekken. Choose to Improve biedt tevens de mogelijkheid voor jongeren om klaar gestoomd te worden, in een onderwijssetting, om hun startkwalificatie te behalen bij het ROC, waardoor ze weer door kunnen stromen naar regulier onderwijs.’ Cult is al 10 jaar werkzaam bij Kwintes. Op dit moment is zij projectleider bij Kwintes en heeft ze de leiding over de drie activeringslocaties in Almere Stad, Haven en Buiten. ‘Het blijft elke keer weer mooi om te zien wat voor positieve invloed zo’n dagbesteding op iemand kan hebben. Sommige cliënten komen net uit behandeling of van de straat en hebben een zware tijd achter de rug gehad. Het is speciaal om te zien hoe mensen opbloeien en weer plezier beleven bij het deelnemen aan activiteiten of het opdoen van werkervaring in een veilige omgeving, waarin er natuurlijk ook ruimte is voor de eventuele kwetsbaarheid. Deelname aan activering zorgt er voor dat ze weer trots op zichzelf kunnen zijn bij het behalen van zijn of haar eigen doelen en met een voldaan gevoel naar huis gaan.’, zegt Cult.

Dagbesteding
Binnen Kwintes in Almere wordt er verschillende dagbesteding geboden. Naast de inloop bieden de drie activeringslocaties dagbesteding dat geheel in het teken staat van leuke activiteiten zoals creatieve workshops, wandelen, yoga, muziekles en arbeid gerelateerde dagbesteding. Bij de zogenoemde arbeidsmatige dagbesteding kunnen de cliënten werkervaring opdoen. Ze worden hierbij begeleidt door een werkbegeleider. Zo heeft het LeerWerkLab in het complex onder andere een fietsreparatie service, administratieve afdeling, redactie en een keuken waar de cliënten aan het werk kunnen. Op stadslandgoed de Kemphaan biedt Kwintes werkervaringsplekken op het gebied van groenvoorziening en houtbewerking. Op deze arbeidsmatige dagbesteding locaties kunnen de cliënten  zichzelf klaar stomen voor een eventuele toekomstige betaalde baan of vrijwilligers werk. ‘Wij proberen met de werkervaringsplekken zoveel mogelijk het echte bedrijfsleven na te bootsen.’ Volgens Cult zijn zowel de arbeidsmatige- als de niet-arbeidsmatigedagbestedingen heel belangrijk. ‘Soms kunnen mensen er al heel erg van profiteren als ze alleen al meedoen aan de activiteiten op de verschillende locaties. Ze hoeven niet perse het verrichten van arbeid bij ons als doel te hebben. Dit is namelijk niet voor iedereen weg gelegd. Belangrijk is dat we samen naar een passende plek kijken waar men zich prettig voelt en die aansluit bij de wens en mogelijkheden van de cliënt.’

 

Mocht u zelf toe zijn aan wat gezelligheid of ondersteuning op het gebied van dagbesteding dan kunt u altijd bij het LeerWerkLab of een van de andere locaties in Haven en Buiten terecht.

Kijk voor meer informatie op www.kwintesleerwerknetalmere.nl

LeerWerkLab: Schoutstraat 41-43,

Artikel geplaatst op: 10 september 2019 – 10:36

lees volledige artikel in: http://www.almeredezeweek.nl/widgets/2164-nieuws/nieuws/1498529-almeerse-activeringslocaties-kwintes-vieren-10-jarig-bestaan

Jeugdzorg verwacht tekort van 39 miljoen euro in 2019

09 november 2018 10:2809-11-18 10:28

159

De instellingen voor jeugdbescherming komen in 2019 naar verwachting 39 miljoen euro tekort, schat de sector zelf. De tarieven die gemeenten betalen voor jeugdbescherming liggen bijna 14 procent beneden de norm die eerder werd berekend.

De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en Jeugdzorg Nederland gaven de opdracht tot de berekeningen aan onderzoeksbureau Berenschot, meldt Jeugdzorg Nederland op de eigen site.

Jeugdzorg en VNG gaven opdracht tot een onderzoek om kostprijzen van diensten en producten van de zogenoemde Gecertificeerde Instellingen in kaart te brengen. Dat zijn instellingen die van de overheid kinderbeschermingsmaatregelen mogen nemen in het kader van de jeugdreclassering.

Berenschot onderzocht wat gemiddeld genomen de reële kostprijs zou moeten zijn voor de verschillende producten. Het onderzoeksbureau baseert dat op de kosten die Gecertificeerde Instellingen moeten maken om aan alle interne en externe kwaliteitseisen te voldoen.

lees verder >>>>https://www.nu.nl/algemeen/5562530/jeugdzorg-verwacht-tekort-van-39-miljoen-euro-in-2019.html

Drie maanden woonde Octavia in een tentje zonder dat iemand erachter kwam

Dit zijn de dakloze jongeren van Amsterdam

Octavia hing in het Amsterdamse Vondelpark rond, Sander meldde zich in de Havenstraat: twee leden van het groeiende leger jonge daklozen vertellen hoe het kwam.

Door: Haro Kraak 24 juli 2017, 19:30

 

Op straat zul je ze niet zo snel als zodanig herkennen, maar dakloze jongeren vormen een groeiende groep, vooral in de grote steden. Van de 31 duizend daklozen in Nederland waren er in 2016 ruim 12 duizend jonger dan 30 jaar, volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Een jaar eerder waren dat er nog 8 duizend.

De stijging is opmerkelijk, zeker omdat het totale aantal daklozen ongeveer gelijk bleef. Het gebrek aan goedkope woningen in de grote steden en het strengere huisuitzettingsbeleid van corporaties zijn, volgens het CBS, de belangrijkste oorzaken van de groeiende groep dakloze jongeren.

En er speelt nog iets: als een ouder met een bijstandsuitkering een volwassen kind in huis heeft, wordt de uitkering gekort. Die ‘kostendelersnorm’ werd in 2015 ingevoerd. Daardoor zien sommige ouders zich genoodzaakt hun kind de deur te wijzen. Ook bezuinigingen in de psychiatrische zorg leiden ertoe dat jonge probleemgevallen vaker op straat belanden.

Bedelen bij de supermarkt doen dakloze jongeren zelden en hun gezicht is nog niet getekend door jarenlang ongezond leven

In de media gaat het vaak over verwende millennials die van festival naar festival hoppen en de terrasjes in de binnensteden bevolken, in werkelijkheid is het stadsleven voor veel jongeren veel te duur. De stad trekt, maar ze verdwijnen er in de rafelranden: op straat of in de opvang.

Bedelen bij de supermarkt doen dakloze jongeren zelden en hun gezicht is nog niet getekend door jarenlang ongezond leven. Bovendien zorgen ze er meestal voor dat hun kleren niet stinken en dat hun haar goed zit. Wie zijn die jongeren? De Volkskrant laat twee van hen aan het woord.

Octavia

Octavia in het Vondelpark. © Stefanie Gratz

‘Is dit het leven dat je wilt leiden?’

Octavia woonde al een paar weken in het Vondelpark toen ze haar vader tegenkwam. Het was een zonnige dag. Ze stond met een groepje vrienden te praten en zag dat iemand naar hen stond te kijken. Ze schrok toen ze besefte wie de man op de fiets was. De laatste keer dat ze haar vader had gezien of gesproken, was toen ze thuis op haar 20ste haar spullen had gepakt en zei dat ze naar haar werk ging. Dat was een maand geleden.

‘Is dit het leven dat je wilt leiden?’, vroeg hij die middag in het park.

Dat moest híj zeggen, dacht ze: haar vader verdiende al jaren zijn geld als dealer in Amsterdam. ‘Ja’, zei ze, ‘dit is wat ik wil.’ Haar hart ging tekeer. Ze dacht dat hij het er niet bij zou laten zitten, maar zonder verder iets te zeggen stapte hij op zijn fiets en vertrok.

Het had allemaal niet zo hoeven lopen. Als haar vader, een Surinaamse man van 63, Octavia niet zo streng en ouderwets had opgevoed, was ze nooit weggelopen, was ze nooit begonnen met liegen. Maar ze mocht niets, helemaal niets. Het was alsof ze geen adem kon halen thuis.

Juist omdat haar vader als dealer de gevaren van het uitgaansleven goed kende, hield hij haar kort. Ze mocht niet naar feestjes, ze mocht geen vriendinnen mee naar huis nemen. Het enige waarvoor ze deur uit mocht, was haar werk als serveerster. Dat was dus de ideale smoes: ik moet werken, het loopt uit, ik ben later.

Vondelparkgroep

Streetcornerwork

De interviews met Sander en Octavia kwamen tot stand dankzij bemiddeling van Streetcornerwork, een non-profitorganisatie die dakloze, verslaafde en kwetsbare jongeren helpt. Veldwerkers leren de jongeren kennen op straat. Vervolgens brengen ze de jongeren in contact met de juiste instanties om hun problemen aan te pakken, bijvoorbeeld schuldsanering. Streetcornerwork is gevestigd in Amsterdam, Haarlem, Heemstede, Heemskerk, Velsen en Woerden.

© Stefanie Gratz

En dan ging ze naar het park. Met een groep jongeren, van 13 tot 30, hing ze rond, lag ze op het gras en gebruikte ze drugs. Pillen in het begin. Bijna elke dag. Als het lekker weer was, nam ze xtc en tripte ze in de zon. Hun favoriete plek was bij de brug, waar tramlijn 3 overheen rijdt en waaronder de zwervers hangen.

Aardige mannen, vond ze. De oudere daklozen zorgden voor de jongeren, letten op dat ze niet te veel drugs gebruikten en dat ze niet werden lastiggevallen.

Op mooie dagen waren ze soms wel met 150 mensen, een man of dertig woonde in het park, de rest sloot zich aan als ze zin hadden. Het was een gevarieerde groep: van gymnasiast tot schooluitvaller, in alle kleuren. Bij instanties – de politie, de ggd en hulporganisaties – stonden ze bekend als de Vondelparkgroep. Octavia voelde zich vrij als ze bij hen was. De buitenbeentjes kwamen bij elkaar; samen waren ze geen buitenbeentjes meer. Bij gebrek aan een echte familie werd de Vondelparkgroep haar nieuwe familie. Toen ze eenmaal van de vrijheid had geproefd, wilde ze meer. Ze wilde niet meer liegen tegen haar vader.

Ranzig

Een stabiele thuissituatie heeft de inmiddels 23-jarige Octavia nooit gehad. Haar vader heeft vijf kinderen bij drie vrouwen. Haar moeder heeft zeven kinderen. Ze zat de hele jeugd van Octavia in de gevangenis. Op haar 19de ontmoette Octavia haar moeder voor het eerst.

De eerste vier jaar van haar leven woonde ze bij haar oom en tante. Daarna tot haar 8ste bij haar vader. Vervolgens moest Octavia voor twee jaar naar een tehuis. Vanaf haar 10de woonde ze weer bij haar vader. Totdat ze op haar 20ste het huis verliet en een koepeltentje opzette in de bosjes van het park.

Drie maanden woonde ze met twee anderen in dat tentje zonder dat iemand erachter kwam. Ja, het werd wel ranzig na een tijdje. Maar ze sliep meestal toch niet daar. De nacht haalde ze door met de anderen, strak van de speed en de pillen. Overdag sliep ze in het gras.

Ze gebruikte alles door elkaar: coke, speed, 2cb, lsd, truffels

Ze werkte toen allang niet meer. Geld leende ze van vrienden. Of ze máákte geld. Een fiets die ergens niet op slot stond, nam ze mee en verkocht ze voor een tientje aan andere daklozen. Eén keer per week kwam een fietsenhandelaar langs die de fietsen van hen weer overnam. Soms jatte ze wat te eten bij de Albert Heijn. Door het drugsgebruik boeide het haar allemaal niet meer of ze werd gepakt of ze de bak in zou gaan – dan zou ze in elk geval een bed en een boterham krijgen toch? Ze heeft er geen spijt van, eindelijk kon ze doen wat ze wilde.

Het is eigenlijk een wonder dat het zo lang goed ging. Ze gebruikte alles door elkaar: coke, speed, 2cb, lsd, truffels. Dat deed iedereen. Niemand kreeg een overdosis. Ze werd niet lastiggevallen. Ja, er was af en toe een vechtpartijtje, maar dat lokte de groep vaak zelf uit. Wie aan één van hen zat, zat aan hen allemaal. Toch blijft het niet lang leuk, elke dag drugs gebruiken. In een paar maanden was ze 35 kilo afgevallen, van een fors meisje van 95 kilo was ze een dunne spriet geworden.

Winteropvang

En het werd kouder. De winteropvang was een stuk minder leuk dan het park. Na tien maanden leven in het park, ging ze op gesprek bij de ggd. Na een screening werd besloten dat ze moest afkicken, een detox van twee weken.

In de kliniek besefte ze pas goed waar ze mee bezig was. Octavia was de jongste van een groep verslaafden. Een man van 30 was al vijftien jaar cokeverslaafd en had de vreselijkste dingen meegemaakt. Als ik nu niet stop, dacht ze, word ik net zo.

Nu woont ze met een ander meisje in een appartement in Geuzenveld, in een begeleid woontraject. Ze werkt in de keuken van een hotel, met fijne collega’s. Geen van de mensen uit de Vondelparkgroep woont nog in het park, maar ze zien elkaar nog wel. Gewoon, in een huis.

Sander

Het Amsterdamse W. H. Vliegenbos waar Sander verbleef, nadat hij door zijn moeder de deur was uitgezet. (De man op de foto is niet Sander Roos, hij wilde liever niet op de foto) © Stefanie Gratz

De eerste keer dat Sander de winteropvang binnenkwam, besefte hij dat dit het dieptepunt was van zijn leven. Het was begin januari en steenkoud. Hij vergeet nooit de geur op zaal: een mengeling van tweedehandskleren, oude koffie, peuken en zweet, vooral zweet.

In het voormalige huis van bewaring op de Havenstraat in Amsterdam zag Sander de andere toekomstlozen: mensen die verslaafd of psychotisch zijn, al jaren op straat leven, stinkende zwervers en trillende junkies. En daar zat hij tussen, een jongen van 24, zonder opleiding, geen plan voor de toekomst.

Dit is niet mijn leven, besloot hij. Zo kan het niet langer.

Liever had Sander nog steeds buiten geslapen, zoals hij al ruim drie maanden deed, maar hij wist dat hij vier weken in de winteropvang moest overnachten als hij iets aan zijn situatie wilde veranderen. Alleen zo kon hij bewijzen aan de Dienst Werk en Inkomen (DWI) dat hij dakloos was. Dat moest als hij in aanmerking wilde komen voor een postadres, het begin van een nieuw leven.

Sander zocht een plekje uit, ging liggen, sloot zijn ogen en probeerde de stank te negeren. Nog vier weken, dacht hij.

Kost en inwoning

© Stefanie Gratz

Het was begonnen met een brief, negen maanden eerder. Sander zat met zijn vriendin op zijn bed toen zijn moeder de kamer binnenkwam en een opgevouwen A4’tje op tafel legde. Zonder iets te zeggen ging ze weer weg. In de brief, die zijn moeder samen met een hulpverlener had geschreven, stond een duidelijke boodschap: per 1 september moet je het huis uit.

Het was maart. Zijn moeder had hem een termijn van een half jaar gegeven.

Sander was 23 en weigerde al twee jaar kost en inwoning te betalen. Dat had een simpele reden: zolang de islamitische man, met wie zijn moeder voor de moskee was getrouwd en voor wie ze was bekeerd, niet mee zou betalen aan het huishouden, deed hij dat ook niet.

De man, met wie Sander nog nooit een gesprek van enige betekenis had gehad, stond niet ingeschreven op hun adres in Amsterdam-Noord, hij was illegaal. Dat zijn moeder opeens vijf keer per dag ging bidden, een hoofddoek ging dragen en geen varkensvlees meer at, vond hij geen probleem, dat moest ze zelf weten. Maar dat voor de man andere regels golden dan voor hem, accepteerde hij niet.

Sander had meerdere opleidingen verpest, flinke schulden opgebouwd en blowde dagelijks

© Stefanie Gratz

Sander moest betalen, vond zijn moeder. Zij werd op haar huurtoeslag gekort omdat er, sinds Sander 21 werd, een volwassene gratis in huis woonde. Het gevolg van die kostendelersnorm uit 2015. Doras, de organisatie die zijn moeder hielp met haar schulden, adviseerde haar Sander een keus te geven: betalen of vertrekken.

Op dat moment was zijn leven al vrij ingewikkeld. Met zijn vader, een Marokkaanse man, had hij al jaren geen contact. Sander had meerdere opleidingen verpest, flinke schulden opgebouwd en blowde dagelijks. Vaak kwam hij om drie of vier uur ’s middags uit bed, moe van de hele nacht gamen en blowen.

Schulden

Niemand had hem ooit geleerd met geld om te gaan. Zijn ouders, die uit elkaar gingen toen Sander 17 was, hadden altijd schulden gehad en waren onder bewindvoering geplaatst. Het leefgeld dat ze per week kregen, moest worden overgemaakt naar een aparte rekening. Die hadden ze nooit geopend; ze gebruikten de rekening van Sander, toen nog een tiener.

Om de geldstromen uit elkaar te houden, moest hij van zijn ouders elke maand het salaris van zijn krantenwijk in één keer opnemen. Met 380 euro contant op zak liep hij aan het begin van elke maand rond. Dat ging binnen twee weken op aan wiet en andere dingen.

Niemand vertelde Sander dat hij vanaf zijn 18de een zorgverzekering moest afsluiten. Toen hij er eenmaal achterkwam dat dat een wettelijke plicht was, had hij al een betalingsachterstand van meer dan 1.000 euro. Zo werd een leven met schulden net zo gewoon voor Sander als voor zijn ouders.

Op 1 september, keurig volgens de afspraak, pakte hij zijn spullen in dozen en reed ze met een gehuurd busje naar een opslagruimte die hij voor een klein bedrag huurde. Hoewel hij een parttime-administratief baantje had, kon hij geen huurwoning betalen. De eerste maand sliep hij bij vrienden. Maar op een gegeven moment ging dat niet langer.

Hij vertelde niemand dat hij op straat ging slapen. Hij liep naar het Noorderpark in Amsterdam-Noord en vond er een bankje. Zijn tas gebruikte hij als kussen, zijn winterjas ritste hij dicht tot zijn kin. Hij was niet bang of zenuwachtig, wel ongelukkig. Nog nooit had hij zich zo alleen gevoeld.

De dag daarna sliep hij in het Vliegenbos. Ergens achteraf bij een vijvertje was een rustig plekje met een bankje. Na een paar uur werd hij wakker met een nat gezicht. Het regende. Hij stond op en ging lopen, om maar te bewegen. Schuilde onder een viaduct. En baalde.

Twee regels

© Stefanie Gratz

Als hij geld had, ging hij naar de kapper

Hij had twee regels. Zijn telefoon zou hij altijd op tijd opladen. En hij zou er verzorgd uitzien. Een tandenborstel en een bus deo had hij in zijn tas. Bij vrienden kon hij douchen. Als hij geld had, ging hij naar de kapper. Zo kon hij gewoon naar zijn werk. Zijn collega’s wisten van niets.

De vier weken in de winteropvang waren er zeven geworden. Begin februari had Sander via een uitzendbureau een baantje gekregen bij de klantenservice van De Persgroep. Zijn andere baantje was hij vanwege een reorganisatie kwijtgeraakt. Een bijkomend probleem was dat zijn paspoort verlopen was en hij geen contract kon tekenen. En dus ook geen loon kon ontvangen.

De dag nadat hij via DWI zijn postadres had gekregen, een postvakje eigenlijk, ging Sander naar de Stopera op het Waterlooplein om zich op dat adres in te schrijven bij de gemeente. De baliemedewerker hoorde zijn verhaal aan en zei: ‘Over zes weken is er voor het eerst plek voor een afspraak om je in te schrijven.’

Zes weken? Kon het niet eerder?

Paspoort

Sander nam iemand van het uitzendbureau in vertrouwen

© Stefanie Gratz

Hij mocht dagelijks bellen in de hoop dat er een andere afspraak afgezegd zou worden, zei de man. Op de derde dag had Sander beet. Zijn afspraak werd twee weken vervroegd. Daar moest hij het mee doen.

Half maart vond hij via Streetcornerwork, een organisatie die dakloze jongeren helpt, een tijdelijke woonplek in een opvanghuis in het Westerpark. Toen de inschrijving bij de gemeente eind maart eindelijk rond was, stond hij weer bij de balie van de Stopera. Of hij een nieuw paspoort kon aanvragen. Nee, zo makkelijk ging het niet. Het duurde twee of drie werkdagen voordat de inschrijving verwerkt zou zijn in het systeem.

Ondertussen zat het uitzendbureau hem achter de vodden: hij kon niet blijven werken als hij geen geldig identiteitsbewijs liet zien en geen contract kon tekenen. Sander nam iemand van het uitzendbureau in vertrouwen: hij vertelde, voor het eerst, dat hij maanden op straat had geleefd. De man had begrip voor zijn verhaal en maakte een uitzondering voor hem.

Twee dagen later vroeg hij met spoed een paspoort aan, wat hem 90 euro kostte, een rib uit zijn lijf. Toen hij die dinsdag met zijn nieuwe paspoort het stadhuis uitliep, wist hij dat zijn ergste problemen voorbij waren. Het zou niet makkelijk worden, maar hij had weer een toekomst.

Lees verder

Erdan is 5 jaar en al een jaar dakloos
Al meer dan een jaar leven Erdan en zijn moeder in een opvang voor onbehuisden. In Nederland zijn duizenden kinderen zoals hij. Als het aan de Tweede Kamer ligt, krijgen zij voortaan betere hulp. (+)

Dit Spaanse restaurant heeft waardigheid op het menu
‘Zij die niets hebben’ krijgen in Madrid hulp van vader Ángel. De priester heeft een restaurant waar armen gratis kunnen eten en zijn kerk is 24/7 open voor daklozen. ‘Het belangrijkste is waardigheid.’ (+)